Met vrije wil terug naar het begin
Op donderdagavond 12 december 2019 schuifel ik nog enigszins verlegen de zolderkamer van VC De Schakel binnen waar een lezing en open discussie zou gaan plaatsvinden met Jan Verplaetse, filosoof en professor aan de Universiteit van Gent. De vraag van de avond: Bestaat vrije wil? Heb ik de vrije wil om vanavond af te zakken naar dit evenement? Heb ik de vrije wil om te kiezen voor een alcoholisch of non-alcoholisch drankje wanneer me dat wordt aangeboden? Het onderwerp prikkelt me.
Jan Verplaetse is auteur van onder andere ‘Zonder vrije wil’, een filosofisch essay over verantwoordelijkheid. De vraag of de vrije wil bestaat, lijkt simpel. Hoezo zou er geen vrije wil bestaan? Wij hebben toch allemaal vrij(willig) besloten naar ’t Vrije Brein te komen die avond? U kan toch zelf kiezen om dit artikel verder te lezen? We hebben een sterk gevoel dat we vrij kunnen beslissen. De diepere vraag is echter of deze ogenschijnlijk ‘vrije’ beslissingen ook effectief vrij zijn?
Deze filosofische vraag is bovendien al eeuwen oud. De oude filosofen gingen impliciet uit van het bestaan van vrije wil. Plato omschrijft het als het beheersen van je verlangens door rede te gebruiken en volgens Aristoteles is het verantwoordelijkheid opnemen voor je daden.
Moderne en hedendaagse filosofen continueerden het debat met meer uiteenlopende opinies waarbij deterministen zoals Spinoza en Harris uitgaan van de afwezigheid van een vrije wil. Ze herleiden de menselijke psyche tot de wetten van de natuur. Compatibilisten zoals Hume en Dennett beweren dan weer dat vrije wil wel bestaat en verantwoordelijkheid niet uitsluit. Zo ben je verantwoordelijk voor je daden – als je niet onder druk gezet wordt – en kies je dus vrij ondanks het feit dat je keuze mee bepaald wordt door je opvoeding, persoonlijkheid en de specifieke situatie.
Verplaetse vertelt ons dat volgens hem elke beslissing terug gaat op opvattingen, verlangens, omgevingsinvloeden of genetische aanleg die je niet zelf in de hand hebt. Zo voorspellen hersenonderzoekers met een breinscan eenvoudige beslissingen al enkele seconden voordat een proefpersoon de beslissing neemt. Dit toont aan dat onze ‘vrije’ beslissingen helemaal niet zo vrij zijn als we graag denken. Aan de meest complexe, weloverwogen en bewuste beslissing gaan hersenprocessen vooraf die deze beslissing mogelijk maken. Wetenschap zoekt voortdurend uit welke informatie die hersenprocessen voedt en hoe ons brein die informatie precies omzet naar een beslissing, maar dat er zoiets is als ‘de vrije wil’ is stilaan het laatste dat hersenwetenschap verwacht.
Hoe zit het dan met complexe beslissingen, vragen we ons af? Jongeren komen vandaag de dag voortdurend in contact met sociale media en daar wordt een steeds meer gepolariseerd wereldbeeld geprojecteerd dat ons probeert te overtuigen van links of rechts, goed of kwaad. Bestaat vrije wil hier ook niet? Kunnen wij zelf niet beslissen welke artikels we lezen, welke accounts we volgen, welke posts we liken en of we onze stem uitbrengen voor een linkse of rechtse partij? Wat met psychische problemen waar steeds meer jongeren mee worstelen? Hebben wij geen vrije wil om hierin beslissingen te nemen?
Stuk voor stuk goede bedenkingen die uitmonden in een pittig gesprek.
“Wetenschappers zijn er op basis van een analyse van hersenactiviteit wel al in geslaagd om te voorspellen of proefpersonen met hun linker- of rechterhand op een knop zullen drukken, en of ze twee getallen zullen optellen of aftrekken. Dat is nog iets anders dan pakweg iemands stemkeuze voorspellen, maar ik stel vast dat wetenschappers er steeds beter in slagen om steeds complexere beslissingen te voorspellen. Wie vindt dat we daaruit niet mogen besluiten dat al onze beslissingen berusten op ontrafelbare mechanismen, moet maar eens uitleggen waar het verschil zit. Het wordt langzaamaan tijd om de bewijslast om te draaien.” Dit zegt professor Victor Lamme, Nederlands hoogleraar en hersenonderzoeker, in EOS magazine.
Zal wetenschap de vraag ooit sluitend kunnen beantwoorden? “Wetenschap kan nooit bewijzen dat iets niet bestaat”, zegt Lamme. “Maar het is in de wetenschap wel gebruikelijk om iets dat je niet nodig hebt weg te laten uit je wereldbeeld. We hebben de vrije wil niet nodig om gedrag te begrijpen. We hebben wel het gevoel van vrije wil, maar dat is een illusie die de wetenschap goed kan verklaren.”
Vrije humanisme?
Dit gezegd zijnde is het vrijzinnig humanisme nochtans nauw verbonden met de idee dat wij als mens vrij zijn om beslissingen te nemen. Het humanisme gaat ervan uit dat mensen autonome wezens zijn die in staat zijn om zelf keuzes te maken en benadrukt dat mensen de vrijheid hebben om hun leven zelf vorm te geven, maar dat die vrijheid ook gepaard gaat met verantwoordelijkheid. Vrije wil betekent dus niet zomaar doen wat je wilt, maar bewust kiezen op basis van rede, waarden en medemenselijkheid.
Wat denkt de vrijzinnigheid over deze recente wetenschappelijke ontdekkingen en over de standpunten van Verplaetse en Lamme? Vrijzinnige denkers nemen de inzichten van neurowetenschappers serieus. Tegelijk wordt in vrijzinnige kringen vaak gepleit voor een meer compatibilistische visie. Zelfs als vrije wil niet bestaat, betekent dat niet dat morele verantwoordelijkheid moet verdwijnen. De mens kan, binnen biologische en sociale beperkingen, toch reflecteren, leren en bijsturen. Dat is voldoende om van een zekere praktische autonomie te spreken. Vrijzinnigen stellen ook vragen bij de ethische implicaties van het ‘geen vrije wil’-standpunt. Gaat het niet bestaan van vrije wil niet ten koste van verantwoordelijkheid en rechtvaardigheid? Hoe vermijden we deterministisch fatalisme?
Sociale media: vrij(willig)?
Volgens Jan Verplaetse betekent het gebrek aan vrije wil niet dat wij als mensen geen verlangens of een wil kunnen hebben. Integendeel. Het heeft ook niets te maken met zelfcontrole. Jongeren maken keuzes op basis van de invloed van omgevingsfactoren zoals hun ouders (nature én nurture), peers en social media en hebben daarbij volgens Verplaetse geen vrije wil maar wel verlangens, een wil, zelfcontrole en zelfdiscipline. Als we spreken over social media, moet gekaderd worden dat 5 miljard mensen gemiddeld zo’n 5 uur per dag tijd besteden op allerlei verschillende vormen van social media. Velen van hen zijn jongeren en jongvolwassenen van wie de hersenen en persoonlijkheid nog in volle ontwikkeling zijn.
Naast heel wat voordelen (zelfexpressie, sociale verbinding en snelle toegang tot allerlei informatie) heeft dit ook heel wat gevaren. Door een voortdurende vergelijking van onszelf met ‘perfectie’ online, hebben we meer concentratieproblemen, stress, angst en een vertekend zelfbeeld. Daarbovenop gebruiken sociale media algoritmes die content tonen die past bij wat we eerder leuk vonden of deelden. Hierdoor ontstaat een filterbubbel. We zien steeds vaker alleen meningen die overeenkomen met ons eigen standpunt. Dat kan leiden tot het uitsluitend bevestigd zien van onze mening, afname van kritisch denken en nuance en onverschilligheid of zelfs vijandigheid ten opzichte van andere standpunten. Het gevolg kan zijn dat er meer radicalisering ontstaat (bijvoorbeeld: extreemrechts of extreemlinks). Sociale media geeft ons ogenschijnlijk meer vrijheid en tegelijkertijd beperkt het ons vrij denken. Hebben wij de vrije wil om hier anders mee om te gaan? Volgens Verplaetse wel.
We zijn complexe psychologische wezens, we beïnvloeden elkaar en laten ons beïnvloeden, we inspireren en gaan met elkaar in gesprek. De afwezigheid van het bestaan van de vrije wil staat kritisch denken, verlangens koesteren en de wil om te veranderen niet in de weg.

Vrij besluit
Wat reeds een oud omvangrijk filosofisch debat is, is dat vandaag de dag nog steeds. Al zijn filosofen en hersenwetenschappers er steeds meer van overtuigd dat vrije wil een illusie is. In het jeugdwerk proberen we – in het bijzonder tijdens de gesprekken van ’t Vrije Brein – jongeren en jongvolwassenen op een open en vrije manier met elkaar in gesprek te laten gaan, elkaar te inspireren en uit te dagen want het gebrek aan vrije wil heeft niets te vertellen over het bestaan van zelfcontrole, verlangens en goesting om ons perspectief te verbreden.
Eén ding weten wij alvast zeker; de vrije wil om naar ’t Vrije Brein komen bestaat niet, je hersenen weten minstens enkele dagen op voorhand dat je daar zeker bij wil zijn.
Over de schrijfster

Charlotte Spaas is klinisch psychologe van ‘9-to-5’ en een gepassioneerd natuur-, mens-, kunst- en avontuurliefhebster in de vrije tijd. Als vaste vrijwilliger bij ‘t Vrije Brein en lid van de Raad van Bestuur van Hujo probeert zij mensen te verenigen, te enthousiasmeren en elkaar te laten inspireren om van de wereld een warme plek te maken.


